residency IOM research
November 28, 2012 –
PROGRAMMA
Margriet Hoenderdos – juni ’04
Michel Marang – klarinet, Fie Schouten – basklarinet, Anna Duinker – hobo, Eduardo Olloqui – althobo, Stefanie Liedtke – fagot, Annet Karsten – contrafagot
Margriet Hoenderdos – januari ’09
Goska Isphording – klavecimbel
PAUZE
Margriet Hoenderdos – juni ’07
Larissa Groeneveld – cello
John Cage – Atlas Eclipticalis (1961-62)
Michel Marang – klarinet, Fie Schouten – basklarinet, Anna Duinker – hobo, Eduardo Olloqui – althobo, Stefanie Liedtke – fagot, Annet Karsten – contrafagot
Margriet Hoenderdos – november ’07
Marianne Smit – harp, Esther Kooi – harp
BIOGRAFIE
Margriet Hoenderdos werd geboren op 6 mei 1952 te Santpoort en overleed op 14 oktober 2010 te Amsterdam.
Zij volgde de studie compositie bij Ton de Leeuw aan het Amsterdams Conservatorium, waar zij ook in de elektronische studio werkte. Daarvoor studeerde zij piano aan het Conservatorium te Zwolle bij Thom Bollen en volgde zij lessen hedendaagse muziek bij Jos Kunst. Zij voltooide haar studie compositie in 1985 met het behalen van de Prijs voor Compositie.
Hoenderdos gaf lessen hedendaagse muziek aan de Zwolse muziekschool, waar zij van 1977 tot 1987 tevens een aanstelling had als pianolerares. Sinds 1987 was zij uitsluitend werkzaam als componist. In 1999 stond haar werk centraal tijdens de Rumori dagen. In 2008 gingen gelijkertijd acht werken van Hoenderdos in première tijdens een serie concerten getiteld ‘portret Margriet Hoenderdos’.
Hoenderdos componeerde voor diverse bezettingen, waarbij de nadruk op kamermuziek lag. Ook schreef zij werk ter begeleiding van mime- en dansvoorstellingen. Sinds 1990 droegen haar werken als titel de maand en het jaar waarin de compositie werd voltooid. Het eerste werk dat op deze wijze zijn naam verkreeg, ‘july ’90’ voor orkest, werd uitgevoerd tijdens de Nederlandse Muziekdagen 1990 door het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Lucas Vis. De compositie ‘augustus ’93’ voor strijkkwartet, werd meerdere malen uitgevoerd door het ’Quator Danel’, dat tevens de première van het strijksextet ‘maart ‘98’ verzorgde. Verdere belangrijke werken binnen het oeuvre van Hoenderdos: ‘december ’91’ voor twee es klarinetten, ‘januari ’94’ voor slagwerk, ‘februari ’01’ voor twee trombones, ‘december ’02 / Februari ’03’ voor altviool en ‘juli ’06’ voor sopraan. Het laatste door Hoenderdos voltooide werk is ‘januari ’10’ voor ensemble.
Deze concertserie is georganiseerd door Stichting Het Nieuwe Zuiden met financiële bijdragen van het Prins Bernhard Cultuurfonds, de John Kasanderstichting, SNS Reaal Fonds en particuliere donateurs.
Margriet Hoenderdos POSTUME PREMIERES
Vier nieuwe composities plus een werk van John Cage
Wie is de aangewezen persoon om een toelichting te schrijven bij een concert? Of beter nog: wie kan het best iets zeggen over een programma waar maar liefst vier werken van één en dezelfde componist in première gaan? Zou dat niet degene zijn die die werken zélf heeft geschreven?
Bij het concert van vanavond lijkt dat onmogelijk: Margriet Hoenderdos overleed in het najaar van 2010. Hoezeer zij dus ook aan het programma van vanavond invulling geeft – er is overigens ook een compositie van John Cage te horen – zij is niet meer in staat in levenden lijve vragen te beantwoorden met betrekking tot de werken die vanavond worden uitgevoerd.
Hierbij moet worden opgemerkt dat Hoenderdos zelf betwijfelde of het zinvol was dat zij haar werk toelichtte. Zo stelde ze in 2008, in de geschreven inleiding bij een concert met werken van haar hand, dat ‘een verbale benadering van muziek en het componeren nauwelijks enige verheldering biedt’.
Het is een opmerking die typerend is voor Hoenderdos: een uitspraak met een licht negatieve bijklank, een beetje tegendraads, waardoor het lijkt alsof er geen moeite wordt gedaan de luisteraar de hand te reiken. Maar schijn bedriegt: bij nader inzien blijkt deze opmerking juist te getuigen van welwillendheid. Want hoewel Hoenderdos stelt dat woorden niet in staat moeten worden geacht iets te verklaren, geeft ze volop ruimte aan een andere mogelijkheid.
De voorwoorden die Hoenderdos schreef bij haar partituren – bedoeld als handleiding voor de uitvoerend musicus – laten dit in enkele specifieke zinnen, hoewel verdekt, naar voren komen; er zijn prachtige, soms haast mystieke formuleringen te vinden, die eigenlijk over dit onderwerp handelen.
De volgende twee zinnen bijvoorbeeld uit de toelichting bij ‘juni ’04’ voor rietsextet (sinds begin jaren negentig dragen Hoenderdos’ werken steeds als titel, de maand en jaar van voltooiing): ‘Deze compositie bestaat uit 120 gecomponeerde samenklanken. De bewegingen van deze samenklanken blijven zich steeds variëren.’ Pas na nauwgezet lezen ontstaat verwarring: bewegende samenklanken?
Het wordt lastiger bij ‘juni ’07’ voor cello. Daar staat (nadat een aantal meer technische aanwijzingen is gegeven): ‘Op deze wijze zal een ongetempereerde frequentie curve te horen zijn die, beginnend op een lage positie op de C snaar (e of f), zal eindigen op een hoge positie op de A snaar.’ Hoewel het al enigszins onduidelijk wordt wat hier bedoeld is met een ‘ongetempereerde curve’, lijkt deze beschrijving vooralsnog goed te bevatten. Toch slaat de twijfel toe: waarom wordt een exacte toonhoogte in het midden gelaten?
Maar wat te denken van de volgende formulering – te vinden in het voorwoord bij ‘november ’07’ voor twee harpen: ‘De verschillende articulatievormen in combinatie met het in beide harpen steeds wisselend register zullen het dynamisch verloop van de uitvoering bepalen.’ Was dynamiek niet een onafhankelijke parameter, als zodanig niet gerelateerd aan toonhoogte?
Haast ondoorgrondelijk wordt het bij het coda van ‘januari ’09’ voor klavecimbel: ‘De duren van de klanken zullen door de articulaties worden bepaald.’ Hoe moet men zich dit voorstellen? Hoe kan de duur van een klank zonder meer bepaald zijn door zijn articulatie? En ook: ként het klavecimbel eigenlijk wel verschillende articulatievormen?
Het zijn vragen waar maar op één manier een antwoord op te krijgen is: u zult naar het werk moeten gaan luisteren en wat u hoort moeten bevragen. En Margriet Hoenderdos zal dan, middels de musici, antwoorden door haar composities – daar kunt u zeker van zijn. Voegde voor haar de in woorden gevatte toelichting weinig toe, zij zocht en vond een andere mogelijkheid. Om de eerder aangehaalde zin opnieuw te formuleren: ‘een auditieve benadering biedt verheldering van muziek en het componeren’.
[Bas Geerts]